Arjan Lubach is belazerd door een vriend met wie hij samen een wereldhit schreef, vertelt hij in De Volkskrant aan Alexander Klöpping. "Een vriend en ik maakten een paar liedjes om later mee naar labels te kunnen stappen. Tijdens een van de laatste studiosessies in Los Angeles schreef hij een couplet en een refrein van een liedje, waarna ik een arrangement maakte en de productie deed. Toen ik dat de volgende ochtend liet horen, gingen we uit ons dak: dit was ons beste liedje so far. Meteen ging hij aan de slag met een tweede couplet, ik ging verder met de productie. Enzovoorts. Toen ik terug in Nederland was, kreeg ik een bericht: hij wilde een akoestische versie opnemen met een zanger. Daarna hoorde ik niks meer. Ons contact verwaterde. Een half jaar later ging op een ochtend mijn wekkerradio aan en hoorde ik ons liedje. Van een andere producer, met een ander arrangement. Ik wist van niks. Het werd een van de grootste wereldhits van dat jaar.' Alexander Klöpping: 'Dat zeg ik niet.' 'Dat zeg ik al helemaal niet.' 'Ja, ik heb direct een bericht gestuurd. Hij schreef: moment, ik ga je mailen. Daarop volgde een mail van vijf kantjes met allerlei vreemde verklaringen dat ik echt niks met dat liedje te maken had gehad. Ik heb er weken niet van kunnen slapen. Iedereen die ik het vertelde, zei: een klassieke naaistreek. Welkom in de muziekwereld.'