\n\n

Gerard Ekdom: "Mijn vrouw heeft haar baan opgegeven toen er kinderen kwamen"

Beroemd
door Adminzaterdag, 01 september 2018 om 10:55
welingelichtekringen header 1
Maandag begint dj Gerard Ekdom (40) bij Radio 10. Weer in de vroege ochtend. Na al die jaren houdt hij er nog steeds niet van, vertelt misschien wel 's lands populairste radiomaker aan de Telegraaf.
"Ik ben nooit een ochtendmens geweest, dus het was heel erg wennen in het begin. Dan ging de wekker om half vijf en dacht ik: 'Néé, dit kan niet waar zijn!'" Hij was niet de enige, die het moeilijk had. "Ik had mensen in mijn team die halverwege zijn afgehaakt. Die trokken het niet. Vooral november en januari zijn heel zwaar. Maar het wende inderdaad."
Nog steeds vindt hij vroeg opstaan niet fijn. "Maar als ik eenmaal in de studio ben en het eerste plaatje draai, word ik vanzelf vrolijk. Het gevolg van dat vroege opstaan is wel dat ik ’s middags een discodutje doe. Ik houd van de avonden; samen met Nicole een Netflix-serie kijken. Ik ben niet het type mens dat om acht uur naar bed wil. Door overdag anderhalf uur te slapen, houd ik het vol."
Ekdom heeft zeker wel tijd voor zijn kinderen, maar niet zoveel als zijn vrouw. "Feit is dat zij haar baan heeft opgegeven toen er kinderen kwamen. Niet op mijn verzoek, ze vond haar werk sowieso niet echt leuk. 'Als je er niet blij van wordt, kun je beter stoppen en iets gaan doen waar je wel blij van wordt', zei ik. Dat waren de kinderen en schilderen. Ze wil zichzelf geen kunstenaar noemen, maar dat is ze wel. Ze maakt prachtig werk. Waarschijnlijk gaat ze volgend jaar exposeren."
De radio-dj is nog altijd verliefd op zijn vrouw. "Ik kom nu misschien over als een ouderwetse romantische eikel, maar ik ben heel graag bij haar. Ik ben ook hondstrouw. Geen haar op mijn hoofd die wil verspelen wat wij samen hebben. Als je zoiets moois hebt als wij, moet je daar zuinig op zijn. Ik draai vaak op feesten en dan flirt ik met alles en iedereen. Maar daarna stap ik in mijn auto en rijd terug naar haar. Wij zijn zo’n stelletje dat altijd bij elkaar blijft."
Bron(nen): De Telegraaf