\n\n

Taliban-kopstuk legt in brief uit waarom ze Malala dood wilden

Beroemd
door Gerard Driehuisdonderdag, 18 juli 2013 om 8:31
media xl 1750188 1
Een kopstuk van de Pakistaanse taliban heeft een brief geschreven naar Malala Yousafzai, de kinderrechtenactiviste die vorig jaar neergeschoten werd door de terroristische organisatie. In de brief legt hij uit waarom ze haar wilden doden, en dat blijkt niet voor haar strijd voor onderwijs te zijn. De echte reden is dat ze naar sprak over de Taliban en kennelijk dacht de Taliban dat het goed was te weerspreken dat het een nare organisatie is door een jong meisje bijna te vermoorden. In de vier pagina's lange brief, die in handen kwam van de Britse krant The Daily Telegraph, beschrijft Adnan Rasheed zijn verbijstering toen hij hoorde dat de vijftienjarige vorig jaar neergeschoten was. Hij beweert dat hij haar had willen waarschuwen te stoppen met de taliban te bekritiseren. "Ik was gechoqueerd toen je aangevallen werd", schrijft hij in de brief. "Ik wilde dat dat nooit gebeurd was en dat ik je op voorhand gewaarschuwd had." Rasheed benadrukt dat de taliban haar niet neergeschoten hebben vanwege van haar strijd voor onderwijs voor meisjes. "De taliban geloven dat je doelbewust een lastercampagne tegen hen aan het voeren was om hun pogingen om een Islamistisch staat in de Swatregio te creëren kapot te maken. Wat jij schreef (op een blog/red) was provocerend." Rasheed benadrukte in de brief - die hij overigens in eigen naam schreef - dat de taliban niet tegen onderwijs an sich gekant zijn, maar wel tegen een onderwijssysteem dat Pakistanen zou veranderen in slaven en geen ruimte biedt voor de Islam. "Waarom willen zij alle mensen 'Engels' maken? Omdat Britten trouwe supporters en slaven van de Joden zijn." Malala werkt momenteel aan een boek. De activiste, die campagne voert voor meisjesonderwijs, zegt dat het boek haar eigen verhaal gaat vertellen en dat van miljoenen anderen die niet de kans krijgen om naar school te gaan. Het boek heet I am Malala (Ik ben Malala) en verschijnt in het najaar.