\n\n
Sinds de rel rond 'In duizend stukjes' heet James Frey ‘controversieel’. Het was een heerlijke controverse. Eerst hemelde Oprah Winfrey zijn debuut op als een meedogenloze, maar eerlijke autobiografie van een jongeman die probeert af te kicken van een zware drugs- en alcoholverslaving. Resultaat: een absolute bestseller met 5 miljoen verkochte exemplaren en vele Oprahfans die dankzij Frey’s boek afkickten. Tot bleek dat Frey grote delen van zijn autobiografie verzonnen had, tot en met de zelfmoord van zijn vriendin.
Nu is er 'Het laatste testament van de bijbel', Frey’s 4e roman, die met gemengde gevoelens wordt onthaald: ‘Briljant, briljant, briljant’ volgens The Financial Times en ‘een schaamteloze faker die een boek schreef dat vooral irriteert’, volgens The Guardian.
Frey weet in ieder geval zijn onderwerpen uit te kiezen, want in 'Het laatste testament van de bijbel' laat hij een nieuwe Messias opstaan in het New York van vandaag. Hij heet Ben Jones, of met zijn joodse naam Ben Zion Avrohom, en velen in zijn omgeving zien hem als de verrezen Here God. Dat komt vooral omdat hij op een miraculeuze wijze een ongeval op een bouwsite overleeft, waar hij als veiligheidsagent werkte.
Frey laat 14 mensen aan het woord die Ben goed kennen: leden van zijn familie, zijn werkgever, de dokter die hem na het ongeval 745 hechtingen en 40 zakken met bloed geeft, een ‘bekeerde’ homo, een politie-inspecteur, enkele vrienden en geliefden. Zo krijg je langzaam zicht op het leven van Ben en op het verknipte gezin waarin hij opgroeide.