Het heeft heel weinig gescheeld of de Parijse Nôtre Dane was helemaal veroorzaakt. Oorzaak: een verkeerd begrepen rood lampje. Op de maandag voor pasen, 18.18, ging op het controlebord van de veiligheidsdienst van de Nôtre Dame een rood lampje branden. Priester Jean-Pierre Caveau droeg een mis op voor honderden gelovigen en bezoekers, en de bewakingsagent alarmeerde een suppoost die op een paar meter van het altaar stond. Controleer of het ergens brandt, kreeg die te horen. Dat deed hij, maar hij vond niets. Dat kwam omdat hij in de sacristie was gaan kijken. Hij dacht dat het lampje een brand in dat gebied aangaf. De bewakingsagent belde zijn chef op, maar kon die niet bereiken. Toen zijn baas terugbelde, werd duidelijk dat ze een vergissing hadden begaan. Het lampje hoorde niet bij de sacristie, maar bij de zolder. Ze belden de suppoost: “Verlaat de sacristie en ren naar het hoofdgebouw.” Die blunder - mogelijk veroorzaakt omdat de bewakingsagent pas 3 dagen in dienst was - is er de oorzaak van dat het blussen pas begon toen er voor het dak geen redden meer aan was. Uit een reconstructie van de blijkt dat een van de iconen van de Europese cultuurgeschiedenis bijna helemaal afbranden door een verkeerd begrepen rood lampje