De vraag naar vliegreizen begint weer toe te nemen, nadat de internationale luchtvaart door de coronacrisis grotendeels heeft platgelegen. Dat meldt internationale brancheorganisatie IATA.
In april daalde de vraag met
94,3 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Dat was volgens de IATA waarschijnlijk het dieptepunt. Vanaf dat moment tot aan 27 mei is het aantal dagelijkse vluchten namelijk weer met 30 procent gestegen. Het gaat vooral om binnenlandse vluchten, maar het begin is er. “April was een ramp voor de luchtvaart, aangezien het luchtverkeer bijna volledig stopte”, zegt IATA-directeur Alexandre de Juniac in
HLN. “Maar nu nemen vluchten weer toe, heffen landen langzaamaan beperkingen op en toont het ondernemersvertrouwen een verbetering in belangrijke markten zoals China, Duitsland en de Verenigde Staten.” Vooral in Azië trekt de vliegmarkt weer aan. Uit cijfers van eind mei blijkt dat het aantal vluchten in China, Korea en Vietnam nu nog slechts 22 tot 28 procent lager ligt dan een jaar eerder. Ook googelen mensen weer meer naar vliegreizen. Eind mei deden ze dat een kwart vaker dan in april.
Iata- topman Alexandre de Juniac waarschuwde
afgelopen week dat het doorkomen van de acute crisis die er nu heerst in de luchtvaart nog maar de eerste stap is om als luchtvaartmaatschappij te overleven.
"Alle controlemaatregelen zullen ook na de pandemie de kosten van het vliegen doen stijgen. Vliegmaatschappijen moeten hun vaste kosten spreiden over minder reizigers en ze moeten blijven investeren om de milieudoelstellingen te halen. Daarnaast moeten sterk gestegen schulden worden terugbetaald",