George Osborne, de Britse minister van Financiën, presenteerde gisteren zijn nieuwe begroting. Daarin zijn veel beoogde uitgaven weggestreept, maar blijven allerlei gevreesde belastingverhogingen achterwege. Doel: de staatsschuld tot aanvaardbaar niveau terugbrengen. The Wall Street Journal constateert tevreden dat hier, in Engeland, opnieuw een bewind in het zadel is gekomen dat afscheid heeft genomen van de recent opgelaaide Keynes-doctrine, die voorschrijft dat de overheid in tijden van crisis flink geld moet uitgeven om de ellende de baas te blijven. Het afgelopen jaar had je nogal wat politici die bezworen dat ze de overheidsbestedingen niet konden verkleinen, want dan zou de economie kapot gaan. Onwillekeurig denken we hierbij ook aan Wouter Bos, de nog jonge bewindsman die ons zo plotsklaps is ontvallen. Maar het tij is gekeerd, meent de krant.
Dadelijk zit Barack Obama bij de G20 en dan zal hij ontdekken dat hij steeds minder vrienden heeft die de ideeën van Keynes aanhangen. In Japan sneuvelden recentelijk hoge bedrijfsbelastingen en in Canada werd het mes gezet in allerlei collectieve voorzieningen. En bij die trend sluit Groot-Brittannië zich nu dus aan. Weinig animo derhalve voor de door Obama bepleite 'stimuleringspakketten.' Jammer voor de Amerikaanse president, maar van de WSJ krijgt de Britse Chancellor een dikke pluim. 'Only economic growth will create wealth,' schrijft de krant en het versleten draaiorgel-deuntje van Keynes kan bij het oud vuil.