De Nederlandse hypotheekschuld bestaat nog altijd voor meer dan de helft uit leningen waarop niet regulier wordt afgelost. De Nederlandsche Bank (DNB) is bang dat die aflossingsvrije hypotheken op den duur voor problemen kunnen zorgen en dringt aan op een voortvarende aanpak.
Zo kan het dat huishoudens ongewild hun huis moeten verkopen of te maken krijgen met hogere hypotheekuitgaven bij een lager inkomen. ,,Ook een aflossingsvrije hypotheek moet aan het einde van de looptijd volledig worden afgelost’’, waarschuwt de toezichthouder in een nieuw rapport.
Aflossingsvrije hypotheken waren vanwege de lage maandlasten tot de woningmarktcrisis van 2013 erg populair, en ze zijn dat nog steeds bij doorstromers en oversluiters. Omdat de rente op hypotheken die voor 2013 zijn aangegaan nog steeds aftrekbaar is, kiezen zij er doorgaans voor de bestaande aflossingsvrije lening te houden of mee te nemen in een nieuwe hypotheek.
Hypotheekschuld
In totaal gaat het nog om zo’n 340 miljard euro aan aflossingsvrije hypotheekschuld. Meestal bedraagt deze schuld minder dan een ton en biedt het huis als onderpand waarschijnlijk voldoende zekerheid.
Maar het zou zomaar kunnen dat er straks in een klap honderdduizenden huizen tegelijk te koop worden gezet, met een daling van de huizenprijzen tot gevolg. Tussen 2035 en 2038 loopt immers voor ruim 700.000 huishoudens de aflossingsvrije lening af en eindigt hun recht op hypotheekrenteaftrek.
Snellere afbouw van hypotheekrenteaftrek
DNB is sowieso geen voorstander van hoge hypotheekschulden en pleit al langer voor bijvoorbeeld een snellere afbouw van de hypotheekrenteaftrek en het verder aanscherpen van de leennormen. Zo'n schuld maakt huishoudens immers kwetsbaar. Daarbij zorgen hoge hypotheeklasten ervoor dat mensen minder andere dingen gaan kopen en dat is slecht voor de economie.
Wie nog een aflossingsvrije lening heeft kan het beste tijdig maatregelen nemen, stelt DNB. Het is nu mogelijk om de hypotheek over te sluiten tegen een lagere rente. De financiële ruimte die daardoor ontstaat kan worden gebruikt om extra af te lossen of de hypotheek om te zetten in een lening waarop wel wordt afgelost. Banken zouden klanten volgens de toezichthouder actief moeten wijzen op de risico's en mogelijkheden.