Export adoptiekinderen goed voor economie Zuid-Korea

Dertig jaar geleden werd Anders Riel Müller geboren in het arme Zuid-Korea dat verwoest was door de oorlog. Door de armoede en de honger werd hij tijdelijk in een weeshuis geplaatst. Toen zijn vader hem echter wilde ophalen, bleek dat hij geadopteerd was door Deense ouders. Zijn vader kon niet met hem in contact komen en hij was te jong geweest om te zeggen dat hij geen wees was die een nieuw gezin nodig had. Hij was de enige niet. Ongeveer 200.000 Koreaanse kinderen werden geadopteerd door buitenlandse gezinnen, de meesten in de jaren 1970 en '80. Was de 'export' van kinderen aan het buitenland onvermijdelijk door de slechte economische omstandigheden? Het lijkt er eerder op dat het een bewuste politieke keuze was om de omvang en de sociale lasten in te dammen ten tijde van een radicale economische transformatie. Anders werd in 1980 geadopteerd. Korea behoorde toen niet langer tot de armste landen ter wereld, maar voor elke adoptie kreeg Korea een paar duizend dollar in harde buitenlandse valuta. Vreemde valuta werden streng gecontroleerd door de staat, want om te industrialiseren, nam de overheid leningen uit het buitenland en ze moesten worden terugbetaald in Amerikaanse dollars. Buitenlandse adopties brachten naar schatting tussen de $20 en 40 miljoen per jaar op in de 70'er en 80'er jaren. Anders Riel Müller is nu als onderzoeker verbonden aan het . . Met dank aan: Bas Verbeek

Bron(nen): Korea Times