Waar de hele wereld in lockdown ging, vanwege het coronavirus, dacht Zweden het beter te weten: alles bleef grotendeels open. Met veel doden tot gevolg. Nu blijkt dat het de economie ook niet eens echt geholpen heeft.
Door de soepele aanpak zijn er in Zweden meer mensen om het leven gekomen dan in Denemarken, Noorwegen en Finland bij elkaar. De redenering dat sluiting van scholen, horeca of sportscholen niet uitmaakt voor de sterftecijfers gaat dus niet op. Doel van Zweden was om de economie op gang te houden, maar die krijgt alsnog zware klappen.
Toegegeven: in maart presteerde de Zweedse economie stukken beter. De krimp bedroeg er slechts 0,3 procent, terwijl het bbp over de hele Europese Unie met 3,8 procent slonk. Op de langere termijn is er echter maar een heel klein voordeel. De Europese Commissie becijfert een krimp van 6,1 procent dit jaar. De Riksbank, de centrale bank van Zweden, gaat zelfs uit van een daling van 7 tot 10 procent, ongeveer evenveel als in de rest van de EU dus.
“Het is te vroeg om te zeggen of we het beter gaan doen dan andere landen. Uiteindelijk gaan we ervan uit dat het effect in Zweden min of meer hetzelfde zal zijn”, zegt ook voormalig Riksbank-econome Christina Nyman tegen de
Financial Times.
Net als Nederland heeft Zweden een kleine, open economie. Het nationale coronabeleid verandert dus niet eens zo heel veel aan de groeicijfers. Maar in tegenstelling tot wat je zou verwachten daalden ook in Zweden zelf de consumentenuitgaven sterk. Zweden gaven tijdens de coronacrisis 25 procent minder uit. In Denemarken, dat wel volledig op slot ging bedroeg die daling 29 procent.
Er zijn dus mensenlevens geofferd voor de economie en die is er niet eens mee gered.