Het ging al beroerd bij C&A, maar de coronacrisis maakte de problemen veel erger, schrijft het
FD.
De problemen zijn zo groot dat het bedrijf in opspraak komt door gesjoemel. Er zijn de niet-betaalde rekeningen aan producenten in Bangladesh, er was een poging voorlopig geen huur te betalen en nu probeert de kleding gigant in Duitsland ook te besparen door arbeidstijdverkorting. Alleen: op een manier die niet mag. Het Duitse weekblad
Der Spiegel berichtte vorige week dat het van oorsprong Nederlandse C&A onterecht werktijdverkorting voor al het personeel heeft aangevraagd. Tegelijkertijd moesten werknemers op het hoofdkantoor in Düsseldorf naar eigen zeggen niet minder, maar meer werken, zonder die uren te mogen declareren. Dat is tegen de voorwaarden van de Duitse steunmaatregel.
Het komt allemaal door dezelfde oorzaak: het gaat slecht. De omzet keldert en de oer-katholieke eigenaren van de familie Brenninkmeijer lijken in paniek te raken. De tekenen van verval volgens het FD:
- een op de tien C&A-winkels verdween in Nederland in de afgelopen jaren
- sinds 2015 sloten tweehonderd winkels in Europa voorgoed hun deuren.
- Meer dan 130 recent aangekondigde winkelsluitingen, vooral in Duitsland en Frankrijk, komen daar nog eens bovenop.
- In China, waar C&A grootse plannen had, blijft de voorgenomen groei achter.
Retailexpert Hans Eysink Smeets. "Bij C&A is het onderliggende probleem de verslechterde concurrentiepositie. Vroeger was de winkelketen eigenlijk
'fast fashion' avant la lettre: actuele mode voor een lage prijs. Maar door nieuwere, hippere toetreders als Primark, Zara en H&M zijn ze in de perceptie in het midden van de markt terechtgekomen, waar ze het al jaren lastig hebben. Daarbij worden ze ook nog eens op de huid gezeten door de Zalando’s van deze wereld.'
Staatssteun kan niet aan de orde zijn. De familie Brenninkmeyer is puissant rijk.
C&A is met circa 50.000 werknemers een grote werkgever in Europa, Latijns-Amerika en Azië.