De huizenprijzen hebben in mei wederom een record gebroken. Ze gingen zelfs veel sneller omhoog dan in voorgaande maanden, toen de stijging ook al uitzonderlijk was. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Koopwoningen waren in mei gemiddeld 12,9 procent duurder dan een jaar eerder. Dat is de grootste toename sinds april 2001 en bovendien aanzienlijk meer dan de vorige recordstijging van 11,5 procent in april dit jaar. Hierbij is telkens alleen gekeken naar de prijzen van bestaande koopwoningen en dus niet naar nieuwbouw.
Onderzoekers van De Nederlandsche Bank (DNB) verwachtten een jaar geleden nog dat de huizenprijzen door de coronacrisis in een dip zouden belanden. Maar dat blijkt tot nu toe niet het geval, want huizen worden juist duurder en duurder. De centrale bank kijkt inmiddels ook al heel anders naar de huizenmarkt.
Het is momenteel dringen op de woningmarkt en dat drijft de prijzen op. Mensen voelen zich genoodzaakt om tegen elkaar op te bieden omdat steeds minder huizen te koop staan. Het aantal huizen dat van eigenaar wisselde, nam vorige maand dan ook af. Vergeleken met een jaar eerder gingen in mei 12 procent minder huizen van de hand.
Daarbij speelt ook mee dat de hypotheekrente laag is. Ook is de overdrachtsbelasting voor huizenkopers onder de 35 jaar afgeschaft. Het doel van de laatste ingreep is om starters meer kansen te geven op de woningmarkt. Maar het tegenovergestelde effect lijkt te worden bereikt. De prijzen zijn waarschijnlijk harder gestegen door deze maatregel.
De huizenprijzen bereikten halverwege 2013 een dieptepunt en zijn daarna weer gaan stijgen. Woningen zijn sindsdien twee derde duurder.