In Nederland word je betaald voor je jaren werkervaring, niet voor je productiviteit. Ouderen ontvangen daarom een hoger salaris dan
jongeren, terwijl ze minder productief zijn. Deze manier van salariëren stamt uit de negentiende eeuw. Het was een tijd waarin handvaardigheid centraal stond en vakmanschap meesterschap was. Hoe meer ervaring iemand had, hoe beter hij was in zijn vak. Terecht dus dat die ervaren senior meer betaald kreeg dan de jongeling. De huidige geautomatiseerde kenniseconomie vraagt echter om hele andere eigenschappen, zoals actuele kennis, creativiteit en schakelvermogen. Dat zijn eigenschappen die veel meer passen bij jonge mensen dan bij vijftigplussers. Het beloningssysteem dat in Scandinavië wordt gebruikt zou dan ook beter passen bij deze tijd. Daar loopt het loon de eerste jaren snel op. Daarna is het een tijdje stabiel en uiteindelijk daalt het weer. Dat Nederlandse
werknemers daar niet voor openstaan blijkt wel uit recente protesten na het voorstel van Capgemini om de lonen van met name oudere werknemers te matigen. Aukje Nauta hoogleraar Employability in werkrelaties aan de Universiteit van Amsterdam ziet toch mogelijkheden. ‘Geef oudere werknemers de kans om zich breder te ontwikkelen in ruil voor een lager loon. Ze moeten net als bij Google 10 tot 20 procent van hun tijd kunnen inplannen voor eigen projecten. Als je iemand kans op zelfontplooiing geeft wordt hij gelukkiger en dus productiever.’