We denken graag dat het
geld in Nederland tamelijk eerlijk is verdeeld. Maar dat is een ernstig misverstand. Met name het vermogen is in Nederland zeer ongelijk verdeeld. Schever dan in de meeste Europese landen, schever zelfs dan in Groot-Brittannië en net zo scheef als in de Verenigde Staten. Weinigen hebben zeer veel geld, de meesten hebben niks.
Dat blijkt uit de meest recente gegevens die wetenschapper Bas van Bavel vandaag publiceert en waar Trouw al over schrijft. Een paar feiten: de drie rijkste
Nederlanders bezitten meer dan ruim de helft van alle Nederlandse huishoudens bij elkaar. De bovenste 1 procent is goed voor bijna een kwart van het totale vermogen. De onderste 60 procent van de Nederlandse huishoudens bezit slechts 1 procent van het totaal.
Verrassende gegevens, vindt Van Bavel, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. "Heel lang ging men ervan uit dat een land met een gelijkere inkomensverdeling, zoals Nederland, ook wel een meer gelijke vermogensverdeling zou hebben. Pas een paar jaar geleden kwam daar verandering in'', zegt hij tegen Trouw. De gegevens sluiten naadloos aan bij de theorie van de Franse econoom Piketty, die voorspelt dat in het moderne kapitalisme kapitaal onontkoombaar samenklontert bij weinigen, die steeds rijker worden.
De rijkste 10 procent van de Nederlandse huishoudens bezit 61 procent van het totale private vermogen, becijferde Van Bavel. Het private vermogen bedraagt in Nederland, voor zover waarneembaar, zo'n 1200 miljard euro. Een aanzienlijk deel van het vermogen onttrekt zich aan iedere registratie omdat het opgeborgen is in belastingparadijzen, en maakt dus geen deel uit van het onderzoek.
Of de vermogensongelijkheid de laatste tien jaar is gegroeid is niet te zeggen: betrouwbare cijfers ontbreken. Wel is duidelijk dat de onderkant en de top steeds verder uiteen lopen. Bij de armste huishoudens nemen de schulden toe, terwijl de vermogens van de top groeien.