Arbeidsuitbuiting, het komt nog altijd veel voor in Nederland en de aanpak schiet tekort. Dat zegt Nationaal Rapporteur Mensenhandel Herman Bolhaar in een interview met de Volkskrant.
Hij concludeerde na onderzoek dat er slechts 23 zaken van mensenhandel of uitbuiting jaarlijks voor de rechter komen. In de helft van de gevallen komt het maar tot een veroordeling tot grote frustratie van de rapporteur. "De slachtoffers verrichten vaak zwaar of smerig werk dat jij en ik nooit voor die bedragen zouden doen. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Zulke mensen moeten we beschermen."
Voor vier euro per uur tot diep in de nacht werken in bloedhete wasserijen voor de hotelbranche of met blaren op de handen broodjes bakken in roti-bakkerijen, Bolhaar sprak vele slachtoffers van uitbuiting. Ook kwam hij meisjes van 13 tegen die hun lichaam ter beschikking stelden, overgehaald door jongens van nog geen 18. "Het wordt te weinig gezien, hoewel het overal, op elke hoek, in elke stad, voorkomt," zegt Bolhaar.
De rapporteur somt op: "In de aspergeteelt, de bloembollenvelden, onder bedelaars. Het gaat om vele vormen van ongeschoolde loonarbeid. Slachtoffers melden zich niet, bijvoorbeeld uit angst dat ze anders niet betaald krijgen of het land uit worden gezet. Ze kennen de taal en hun rechten niet. Vaak zijn ze ook bang voor de politie, omdat die in hun eigen land corrupt is. En opsporingsinstanties herkennen het probleem vaak niet: de slachtoffers worden bijvoorbeeld getraind om bij controle te zeggen dat ze meer verdienen."