Zelfs Hennie van der Most dreigt door de crisis ten onder te gaan. Hij was de man die aan
gebouwen en installaties die nutteloos waren geworden
geld verdiende. De kerncentrale in Kalkar werd een attractie, een aardappelmeelfabriek in het Drentse Oranje een overdekte kermis, en een oud ziekenhuis in Almelo een uitgaanscentrum. Maar zijn onderneming staat op wankelen. Hij had ooit 2000 mensen in dienst bij al zijn uitgaansbedrijven, dat zijn er nog maar 750 en die zijn hun baan nu ook niet meer zeker. In het FD zegt hij dat hij er alles aan zal doen om zijn bedrijven niet failliet te laten gaan, maar de twijfel is er.