Voel je ineens de onbedwingbare behoefte om een leren jasje te kopen en daarmee op een motor te stappen? Zou je plots, als eindveertiger, weer eens naar de disco willen? Weg uit de sleur, het roer moet om? Het zijn geen gekke gevoelens. Ons geluksniveau bereikt ergens rond ons 47ste een absoluut dieptepunt. Dat is zelfs bij apen zo. "Mogelijk is de midlifecrisis genetisch."
Al langer is bekend dat geluk een U-curve vormt: vanaf onze twintiger jaren daalt het geluksniveau tot we eind veertig zijn. Daarna worden we weer gelukkige. Dat bevestigt ook economieprofessor David Blanchflower van het Dartmouth College in de VS. Hij bestudeerde data van 132 landen en analyseerde Britse bevolkingsenquêtes van mensen onder de 70.
Hij onderzocht de vraag: “Hoe tevreden ben je over het algemeen met je leven op dit moment?” Veertigers gaven een cijfer tussen de 7,7 en 7,9. Dat is het laagste niveau van alle leeftijdscategorieën. Op 47,2 jaar werd het absolute dieptepunt bereikt. Blanchflower verklaart: “Op die leeftijd veranderen er vele sociale relaties. Heel wat huwelijken stranden en de eerste leeftijdsgenoten worden ziek of sterven. Maar het is ook het punt waarop we onze ambities uit onze jeugd moeten loslaten. Dat leidt allemaal tot een lager geluksgevoel.”
Daarna worden we langzaam weer gelukkiger en dat is een universeel gevoel. “We hebben vastgesteld dat de midlifecrisis overal in de wereld voorkomt en zelfs bij primaten, waartoe alle halfapen en apen gerekend worden, gezien wordt. Het lijkt dus op een soort natuurlijk proces, waardoor we vermoeden dat de midlifecrisis in de genen zit, al moet dat nog onderzocht worden.”