De traditionele rollenpatronen vertonen slechts haarscheurtjes concludeert het CBS op basis van nieuw onderzoek naar de verdeling van werk en zorg bij mannen en vrouwen. Ja, vrouwen werken meer en zijn hoger opgeleid dan vroeger, maar ze nemen nog altijd het gros van het huishouden op zich.
Socioloog Tanja Traag vergeleek mannen en vrouwen, die zijn geboren tussen 1955 en 1960 en tussen 1975 en 1980, zo
schrijft de Volkskrant. Bij die eerste groep werkte een kwart van de vrouwen maximaal 12 uur per week, van de tweede groep is dat slechts 6 procent. Van de jonge moeders nu werkt het merendeel drie tot vier dagen per week. Slechts een op de tien werkt 35 uur per week of meer. Bij de mannen werkt 89 procent fulltime.
Hoewel vrouwen veel meer werken dan vroeger is er wat zorgtaken betreft weinig veranderd. Het CBS schrijft: "In slechts 1 op de 10 gezinnen hebben ouders de zorg- en arbeidstaken gelijk verdeeld. In een kwart van de gezinnen werkt de vader meer, maar is de zorg gelijk verdeeld en in 4 op de 10 gezinnen ligt het zwaartepunt qua werk meer bij de man en de zorg meer bij de vrouw. Vrouwen besteden meer tijd aan zorg en huishouden, mannen aan betaald werk. Deze verschillen in tijdsbesteding worden wel langzaam kleiner."
Maar ze zullen waarschijnlijk niet snel echt veranderen. Uit onderzoek bij 12- tot 25-jarigen blijkt dat vooral meisjes vinden dat de zorgtaken in een jong gezin meer bij de vrouw horen te liggen.