De ramp met de kabelbaan bij het Lago Maggiore is het zoveelste voorbeeld van de slechte staat van de Italiaanse infrastructuur. Eerder stortten ook al twee grote bruggen in.
Twintig andere bruggen dreigen het ook te begeven en tweehonderd voldoen er niet aan de Europese veiligheidsnormen, bleek uit onderzoeksrapporten nadat de Morandibrug in Genua het in 2018 begaf, waarbij 43 mensen om het leven kwamen. Maar ook 80 procent van de scholen in aardbevingsgebied is niet bestand tegen bevingen. Zo overleden er in 2002 26 van 51 kinderen nadat een school instortte door een aardbeving.
Veel Italiaanse infrastructuur is aangelegd in de jaren 60 en 70. In die periode is er snel heel veel goedkoop gebouwd. Er werd bezuinigd op bouwkwaliteit en materialen, niet zelden omdat naar verluidt de maffia de bouwsector in zijn greep had.
Veel van die infrastructuur is versleten, maar nu wordt er nog altijd veel te weinig geld gestoken in onderhoud en renovatie. Door de coronacrisis zijn veel bouwprojecten stil komen te liggen en ook de bureaucratie in het land zorgt voor veel vertraging.
Daarnaast is de Italiaanse mentaliteit ongunstig in deze. Francesco Napolitano, professor aan de faculteit voor burgerlijke en industriële bouwkunde aan universiteit La Sapienza in Rome: "Het maakt deel uit van onze cultuur dat we een toestand laten aanslepen tot die uit de hand gelopen is."