Onderzoekers van het Columbia University Medical Center hebben ontdekt dat een gen bijziendheid veroorzaakt, maar alleen bij mensen die als kind veel lazen of veel andere ‘dichtbij taken’ hadden, zoals achter een computerscherm zitten. Bijziendheid of myopie houdt in dat je voorwerpen ver weg niet scherp kan zien, maar wel nabijgelegen voorwerpen. Bijziendheid komt de laatste 50 jaar steeds vaker voor. Het begint meestal in de puberteit. Het komt niet vaak voor dat bijziendheid nog optreedt na het 30 levensjaar. Bijziendheid kan op latere leeftijd leiden tot het ontwikkelen van staar, glaucoom en netvliesloslating en al deze aandoeningen kunnen blindheid veroorzaken. Daarom is het belangrijk om bijziendheid zoveel mogelijk te voorkomen. Op basis van de gegevens van ongeveer 14.000 mensen vonden de onderzoekers dat mensen met een specifieke variant van een gen - APLP2 genaamd - 5 keer meer kans hadden om in hun tienerjaren bijziend te worden, als ze als kind 1 uur of meer per dag hadden gelezen. De dragers van de APLP2 risicovariant, die als kind minder tijd aan lezen besteedden, hadden niet meer kans op het ontwikkelen van bijziendheid. Hoewel nog niet bekend hoe de genetische variant van het APLP2 gen bijziendheid veroorzaakt, gaan de onderzoekers ervan uit dat de risicovariant de hoeveelheid APLP2 eiwit in het oog verhoogt, wat op zijn beurt het oog kan vervormen. Zij vonden ook dat muizen die blootgesteld werden aan een visuele omgeving die lijkt op lezen minder kans hadden op bijziendheid als er weinig van dit APLP2 eiwit in hun ogen aanwezig was. Door het verlagen van het niveau van APLP2 eiwit in de ogen kan de gevoeligheid voor bijziendheid verminderd worden. Zo kan een nieuwe behandeling voor bijziendheid ontwikkeld worden. Die behandeling kan echter nog lang op zich laten wachten, omdat de onderzoekers nog niet weten hoe ze de hoeveelheid APLP2 in de ogen van kinderen kunnen verminderen. De therapie zou ook alleen effectief zijn bij jonge kinderen, voordat ze bijziend worden. Bovendien zijn er waarschijnlijk honderden
genen die bijziendheid kunnen veroorzaken. Tot nu toe zijn er slechts 25 geïdentificeerd. De hoog-risico variant van APLP2 is relatief zeldzaam: het komt slechts voor bij ongeveer 1% van de bevolking. Om het risico op bijziendheid te verlagen is er een andere milieufactor, waar men direct rekening kan houden. De hoeveelheid tijd die kinderen buiten doorbrengen, verkleint de kans op bijziendheid. Kinderen in de basisschoolleeftijd zouden minstens 2 uur per dag buiten moeten zijn. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift .