We zijn minder waterig dan een komkommer (90 procent) maar toch behoorlijk vloeibaar. Ons lichaam bestaat voor meer dan de helft uit water. Bij mannen is het goed voor ongeveer 60 procent van het lichaamsgewicht, bij vrouwen een 50 tot 55 procent. Vrouwen hebben grotere vetreserves en vetweefsels bevatten minder water dan spieren en organen. Bij baby's loopt het vochtaandeel op tot 75 procent van hun lichaamsgewicht, schrijft
Knack vanwege de hittegolf.
Van al dat lichaamsvocht bevindt bijna 70 procent zich in de cellen. Bloed is goed voor slechts 7 procent en de rest zit in organen, zoals de oogbollen of ergens tussen de weefsels zoals in het lymfevocht, maar ook in gewrichtsvocht of tussen de darmen waar het onder meer als glijmiddel dient. Geen water=geen jij.
De hoeveelheid water moet niet te veel schommelen, want dan gaat er veel niet goed. Dat luistert tamelijk nauw. Om goed te blijven functioneren, moeten de vochtconcentraties in alle weefsels en vloeistoffen
zo stabiel mogelijk blijven. Dat betekent ook dat de totale hoeveelheid vocht in ons lichaam strikt gecontroleerd wordt en in normale omstandigheden niet meer schommelt dan 0,2 procent van het totale lichaamsgewicht. Voor iemand van 60 kilogram betekent dat dus een marge van 120 gram. Iets meer dan een half glas water.
We verliezen minimaal een halve liter, gewoon omdat we er zijn. Maar inspanning of warm weer maken het vochtverlies veel groter.
In een warm droog klimaat en bij zware inspanningen in warme omstandigheden kan dat oplopen tot een 3 à 4 liter per uur. Het grootste deel verlies je via zweet. Je verliest ook vocht via je adem, zoals je kunt zien bij droog koud weer. En je plast vocht uit.
Het grootste deel van het vocht, zo'n 80 procent, neem je op via drank, liefst water. Slechts 20 procent komt — gemiddeld — van voedsel.
De Wereldgezondheidsorganisatie schat de vochtbehoefte per dag als volgt in.
Zittende levensstijl
· Volwassen mannen: 2,9 liter (2,3 liter als drank)
· Volwassen vrouwen: 2,2 liter (1,8 liter als drank)
· Kinderen (10 kg): 1 liter (0,8 liter als drank)
· Kinderen (minder dan 10 kg): 0,75 liter (0,6 liter als drank)
Fysiek actieve mensen en oplopende temperaturen
Drinken volgens de dorst is altijd een veilig advies. De vochtbehoeften kunnen oplopen tot 4,5 of meer liter per dag.
Alcohol is geen goed idee op hete dagen, want het droogt alleen maar meer uit
We raden je af om bij dorst een glas frisdrank te pakken. Ten eerste omdat het door de vele suikers en zoetstoffen slecht voor je lichaam is, ten tweede omdat je door de suiker juist meer dorst krijgt. Ben je het water toch echt zat, doe er dan een schijfje citroen in voor een beetje smaak of kies voor water met een smaakje uit de supermarkt.
Foto: Jaco Klamer
Zwangere en borstvoedende vrouwen
Voor zwangere en borstvoedende vrouwen geeft de Wereldgezondheidsorganisatie geen advies. Het Europees Voedselagentschap Efsa schuift de volgende waarden naar voren:
Borstvoeding: moedermelk bestaat voor 88 procent uit water, en de gemiddelde hoeveelheid moedermelk wordt geschat op 750 tot 850 milliliter per dag. Dit komt dus neer op een extra vochtbehoefte van 600 tot 700 milliliter per dag.
Zwangerschap: de extra vochtbehoefte wordt geschat op een 300 milliliter per dag, of een 240 milliliter extra drank.