Te laat komen, het is vervelend voor degene die zit te wachten. Toch overkomt het je steeds weer. Maar is het gewoon een slechte gewoonte of echt een karaktereigenschap waar je weinig aan kunt doen?
Het klopt dat sommigen van nature minder punctueel zijn dan anderen, doordat ze meer tijdsdruk ervaren. "Wie de meeste tijdsdruk ervaart, denkt ook dat de tijd sneller gaat dan hij effectief voorbij tikt," legt expert Vera Spaans uit
aan HLN. "Die groep mensen klokten een minuut gemiddeld af op 58 seconden, terwijl een andere groep op gemiddeld 77 seconden uitkwam. Een miniem verschil natuurlijk, tot je het doortrekt naar een uur. Dan heeft de groep die gemiddeld op 77 seconden uitkwam, maar liefst 20 minuten per uur meer tijd nodig dan de andere groep.”
Maar als je weet dat je zo slecht bent in het inschatten van de tijd, ook wel tijdblindheid genoemd, kun je daar natuurlijk wat aan doen. “Als ik mij moet klaarmaken, weet ik dat er keer op keer tien minuten mysterieus verdwijnen”, zegt Vera. “Daar hou ik nu rekening mee: ik calculeer ze in zodat ik op tijd op afspraken kom.”
Daarnaast is op tijd komen gewoon een kwestie van prioriteiten stellen. “Daarom zijn sommigen zelden op tijd als ze met vrienden hebben afgesproken, maar hebben ze tegelijk nog nooit in hun leven hun vlucht gemist. Studies bewijzen dat ook. Neem nu het klassieke sollicitatiegesprek. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer status de job heeft, hoe korter de kandidaten moesten wachten. Bovendien mochten kandidaten met een beter CV sneller naar binnen dan hun (theoretisch gezien) zwakkere tegenstanders. Dat heeft natuurlijk niets te maken met de biologische klok van de manager: hij wil de bekwaamste vis uit de zee binnenhalen.”