Onderzoek naar borstkanker kan in specifieke gevallen op een betrouwbare manier met een echo worden gedaan. Tot die conclusie komen onderzoekers van onder meer het Radboudumc in Nijmegen. Een mammografie, waarbij de borsten worden samengedrukt op een onaangename manier, is volgens hen dan niet altijd nodig.
De onderzoekers richtten zich op vrouwen die vanwege een knobbeltje of zwelling in hun borst werden onderzocht. Doorgaans gebeurt dat eerst met een mammografie. In veel gevallen wordt daarna ook nog een echo gemaakt om een beter beeld te krijgen. De onderzoekers bedachten zich dat als duidelijk is welk plekje nader moet worden onderzocht, net zo goed meteen voor een echo kan worden gekozen.
De uitkomst van de studie was dat vier op de vijf vrouwen met een echo direct gerustgesteld konden worden. Ze hadden geen borstkanker, maar bijvoorbeeld een goedaardige cyste. Volgens de onderzoekers geeft deze methode 99,8 procent zekerheid. "Bij één op de vijf vrouwen gaf de echo nog geen zekerheid. Zij kregen vervolgonderzoek en de helft van hen bleek uiteindelijk een bepaalde vorm van borstkanker te hebben", aldus de onderzoekers.
Werking weinig preventief
Een nadeel van deze werkwijze is dat alleen het deel van de borst waar een vrouw klachten heeft wordt bekeken. Zo worden mogelijke toevalstreffers gemist. Bij 0,4 procent van de vrouwen die aan de studie meededen, werd op een mammogram toch (een voorstadium van) borstkanker geconstateerd, op een andere plek dan waar de klacht zat.
Voor de preventieve screening op borstkanker zijn echo's ongeschikt. Het is te veel werk om op deze manier beide borsten geheel te onderzoeken. Als zo'n volledig beeld volgens de behandelend arts niet nodig is, kan een echo echter in veel gevallen volstaan volgens de onderzoekers. Ze voegen er het advies aan toe om bij twijfel altijd vervolgonderzoek te doen. Dat kan dan alsnog met een mammogram, maar meer zekerheid wordt verkregen door een biopt, het afnemen van een stukje weefsel dat in het lab kan worden onderzocht.