Het is nodig in cafés en andere binnenruimten om mondkapjes te dragen. De eerste resultaten van een groot onderzoek dat vooraanstaand hoogleraar en natuurkundige Detlef Lohse van Universiteit Twente uitvoert, wijzen uit dat kleine druppeltjes in de lucht een grotere rol bij de verspreiding van het virus spelen dan werd gedacht.
Dat onthult
Tubantia vandaag. De hoogleraar doet een groot onderzoek naar deze aerosolen, de minuscule druppeltjes die het virus ver kunnen dragen en die lang zouden blijven hangen. Eén ding weet Detlef Lohse al zeker: „Mondkapjes binnen zijn noodzakelijk, bijvoorbeeld in de kroeg.”
De vakgroep van Lohse onderzoekt de levensduur van minuscule druppeltjes die mensen uitademen of die bij het praten of zingen of hoesten ontstaan. Daarnaast wordt – in samenwerking met de Universiteit Groningen – gekeken naar de hoeveelheid virus in druppeltjes die nodig is om iemand te besmetten en naar de hoeveelheid virus die die druppeltjes kunnen bevatten.
De conclusie van de eerste voorlopige simulaties is al helder: de theorie van de wereldgezondheidsorganisatie WHO dat kleine druppeltjes verwaarloosd kunnen worden, omdat ze in de lucht verdampen, is niet langer houdbaar. „Ze leven 30 tot 40 keer langer dan volgens een oud model uit de jaren 30 waarop de anderhalve meter afstandsregels van de WHO en het RIVM zijn gebaseerd”, zegt Lohse tegen
Tubantia. Volgens dat oude model komen grotere druppels die mensen hoesten of niezen niet verder dan die anderhalve meter. Maar volgens Lohse is dat niet afdoende.
De hoogleraar concludeert daarom nu al dat Nederland net als veel andere landen mondkapjes moet gaan dragen in binnenruimten waar mensen samenkomen. „Ik zou dat zeker verplicht stellen”, klinkt het.