Van pollen tot pinda's en van huisstof tot melk, tegenwoordig heeft een op de drie mensen een
allergie. Dat, terwijl eerdere generaties er nauwelijks last van hadden. Hoe kan dat? Het heeft met bacteriën te maken, zeggen steeds meer wetenschappers of beter gezegd: het gebrek daar aan. Ons hele lichaam is van top tot teen bedekt met bacteriën, wel tien keer zoveel als we lichaamscellen hebben. Ze spelen hoogstwaarschijnlijk een cruciale rol in het trainen van ons immuunsysteem en door onze huidige leefstijl hebben we steeds minder van deze goede bacteriën. Daarover gaat een aflevering van het documentaireprogramma van de BBC . Het begint al bij de geboorte.
Kinderen die met een keizersnede ter wereld komen (een kwart in Engeland) hebben ruim 50 procent meer kans op astma dan kinderen van wie de moeder op de gewone manier bevalt. Dat komt mogelijk doordat de baby's in het geboortekanaal worden blootgesteld aan belangrijke beschermende bacteriën. Vlak na de geboorte helpt borstvoeding allerlei allergieën voorkomen. In moedermelk zitten 900 verschillende soorten goede bacteriën. Daarnaast brengen kinderen verreweg de meeste tijd in huis door. Zo missen ze veel bacteriën die in de lucht zitten. Meer naar buiten gaan is waarschijnlijk de makkelijkste manier om de kans op allergieën te verminderen. Een laatste belangrijke veroorzaker van allergieën zijn anti-biotica. Deze medicijnen verminderen sterk het aantal goede bacteriën. Het gebruik van anti-biotica op jonge leeftijd vergroot de kans op eczeem met 40 procent. Professor Graham Rook van het University College London: 'Mensen zijn in feite ecosystemen en dat we zo afhankelijk zijn van deze micro-organismen is misschien wel de grootste ontdekking in de geneeskunde van de laatste honderd jaar.'