Door proeven - eerst met muizen en toen met mensen - hebben hersenwetenschappers onderzocht hoe het komt dat we kalm worden als we gecontroleerd ademhalen. De verklaring zit hem in de controle: door je ademhaling onder controle te houden dwing je een hersengebied dat normaal niet door je bewustzijn wordt bestuurd naar jou te luisteren. De - oncontroleerbare - paniek en angst kan, als je je ademhaling onder controle brengt en heel bewyst een aantal malen diep in- en uitademt, onder controle worden gebracht. Uit dezelfde experimenten bleek dat het ook goed werkt om in slaap te vallen.