Lekker nog even 9 minuten snoozen, of 18 minuten of zelfs 27 minuten. Veel mensen vinden het heerlijk om zich nog even een keertje om te draaien als de wekker gaat. Maar waarom gaat dat in blokjes van 9 minuten?
Of je nu de wekker zet op je telefoon, op een digitale wekker of op een ouderwetse rinkeldekinkel, áltijd duurt snoozen 9 minuten, terwijl 10 minuten of een kwartier eigenlijk veel logischer is.
De reden is simpel: in de jaren 50 lukte het technisch niet om precies 10 minuten aan te houden. Omdat het mechaniek nu eenmaal zo werkte moest gekozen worden voor 9 minuten of iets meer dan 10 minuten. Er is toen gekozen voor 9 minuten.
Dat mensen gewoontedieren zijn, blijkt wel uit het feit dat een paar jaar later al analoge wekkers op de markt kwamen waarbij je de snoozetijd zelf kon instellen op 5, 7 of 10 minuten. Toch bleef 9 minuten de norm. Bij digitale wekkers werd opnieuw gekozen voor die 9 minuten, maar dan omdat een extra cijfer duurder was in de productie. Er was dan meer elektronica nodig.
En nu zijn we er inmiddels zo aan gewend dat we ook op onze smartphone maar die 9 minuten aanhouden. Al is het natuurlijk beter om helemaal niet te snoozen.