In 1971 werkte de toen nog jonge technicus Ray Tomlinson bij de firma Bolt, Beranek and Newman. Er was net iets bedacht dat het ARPANET heette, de voorloper van Internet. Hij mocht er van zijn baas iets nuttigs voor verzinnen. Hij bedacht dat het aardig, en misschien nuttig, kon zijn als mensen korte berichtjes zouden kunnen sturen via het netwerk. Om te oefenen stuurde hij berichtjes van zijn ene computer naar de andere. Hij kon door een stukje te rijden met zijn bureaustoel controleren of de boodschap was aangekomen. De eerste e-mails luidde zoiets als 'namnamnasMN97G6RF2EWBMBNMBN,mnbmbn' en 'pij[oij[7866bbncshgdz n' Tomlinson was ook de man die ons veroordeelde tot de @. Hij had een symbool nodig dat namen scheidde van machines en netwerken. Vandaag gebruiken een miljard mensen meer dan dagelijks het door hem gekozen symbool. "Ik had toen natuurlijk niet door wat de impact zou zijn."