Facebook heeft duizenden berichten verwijderd die tijdens de verkiezingscampagne in 2016 gelinkt konden worden aan Rusland. Daartoe besloot het sociale netwerk nadat een onderzoeker de data-analyticstool van het bedrijf gebruikte om het bereik van de Russische accounts te onderzoeken. Social media-onderzoeker Jonathan Albright van Columbia University ontdekte dat de berichten een veel groter publiek hadden bereikt dan Facebook beweerde. Woensdag zei hij tegen The Washington Post dat de data hem in staat stelden om "in ieder geval enkele puzzelstukjes te reconstrueren" van de Russische inmenging bij de Amerikaanse verkiezingen. "Niet alles, maar het gaf ons een idee van de omvang ervan." Facebook heeft bevestigd dat de berichten zijn verwijderd, maar zegt dat dit is gebeurd omdat het bedrijf een fout in de analyticstool heeft hersteld, die Albright gebruikte. "We ontdekten een bug in CrowdTangle, waarmee gebruikers opgeslagen informatie van inactieve Facebookpagina's konden inzien. Die fout hebben we gerepareerd," aldus woordvoerder van Facebook Andy Stone. Facebooks beslissing om de berichten te verwijderen doet de vraag rijzen of het bedrijf aansprakelijk kan worden gehouden voor het vernietigen van mogelijk bewijs, vooral gezien zijn rol in het onderzoek naar de Russische inmenging bij de verkiezingen. De berichten die Albright verzamelde van zes belangrijke accounts hadden een veel groter bereik dan alleen de mensen die via advertenties de content lazen, mogelijk tot wel honderden miljoenen. De andere 464 accounts die door Facebook zijn gesloten, laten mogelijk een nog veel ontluisterender beeld zien van een grote hoeveelheid berichten die samen miljarden keren zijn verspreid tijdens de campagne.