Het grootste gedeelte van de Europese talen dreigt het slachtoffer te worden van het digitale tijdperk. Bij maar liefst 21 van de 30 talen ontbreekt de digitale ondersteuning of is deze zeer beperkt. Hierdoor lopen een aantal talen zoals het Hongaars, Bulgaars, Grieks en Pools het risico om uit te sterven. Met digitale ondersteuning doelen we op spellings- en grammaticacontrole programma’s, online zoekmachines en ingesproken stemmen bij gps-systemen. Het Nederlands behoort voorlopig gelukkig nog niet tot deze talen. Jan van Odijk, hoogleraar
taal- en spraaktechnologie, maakte deel uit van het team dat de Nederlandse taal onderzocht. ‘De huidige situatie van het Nederlands geeft aanleiding tot voorzichtig optimisme’, meldt hij. Dit optimisme is o.a. te danken aan het Stevin-programma, waarbij Nederland en Vlaanderen samenwerkten aan een betere positie van het Nederlands. Hierdoor valt het Nederlands op dit moment samen met het Duits, Italiaans, Frans en Spaans onder de ‘beperkte ondersteuning’ status. Het Engels stond hier uiteraard boven met een ‘goede ondersteuning’. Maar geen enkele taal wist de ‘excellente ondersteuning’ status te bemachtigen.