Het geheime wapen vliegt nog niet eens, maar één doel heeft de
JSF alvast trefzeker in puin geschoten: de toekomst van de Nederlandse krijgsmacht. Wat het komende kabinet ook besluit – doorgaan of afhaken – de kosten van het technospeeltje van de luchtmachtgeneraals drukken zo exorbitant op de defensiebegroting dat de rest van de krijgsmacht tot een bordspelletje Stratego is veroordeeld. De Algemene Rekenkamer heeft de kosten en baten van de Joint Strike Fighter onderzocht en concludeert: Nederland zit aan de JSF vast, er zijn geen andere smaken en beide opties maken gehakt van de Nederlandse defensiestrategie. De wet van de communicerende vaten bepaalt dat bij stijging van de ontwikkelingskosten het aantal toestellen daalt. Aanvankelijk zetten de Luchtmacht en de industrie in op 125 toestellen, dat werden er 85. Nu zegt minister van Defensie Hillen (CDA) zonder met de ogen te knipperen dat 56 ook heel mooi is. Volgens de Rekenkamer mag Nederland in z’n handen knijpen als er ooit 34 toestellen operationeel zijn. De Marine vaart dan met plastic eendjes in bad, de Landmacht heeft houten speelgoedgeweren en vredesmissies spelen zich af op de Veluwe. De conclusie van het Rekenkamer rapport is dat er nu geen zinnige weg terug meer is maar dat Nederland nooit aan de JSF had moeten beginnen. In onversneden Catch 22-stijl: je bent gek als je hem koopt en je bent gek als je hem afbestelt. Bij de ophef over twee VVD-politici die in opspraak zijn, Hooijmaijers en Van Reij, mag nog wel eens in herinnering worden gebracht dat de JSF in aanvang een VVD-gedreven project was. Minister van Economische Zaken Annemarie Jorritsma liet zich de lobby van de industrie welgevallen, minister van Financiën Gerrit Zalm liet zich door Jorritsma ompraten. Erikca Terpstra en Robin Linschoten waren ten nauwste betrokken bij de inspanningen voor de JSF en deden enthousiast mee aan
Juncta Juvant – ‘Vereende krachten kunnen veel bereiken’. Deze lobby van Stork was verpakt als steun aan goede doelen. Tijdens boottochtjes op het IJsselmeer werd de top van de krijgsmacht, de industrie en de politiek gezellig onderhouden door Klaas Wilting (altijd inzetbaar als woordvoerder) en bekende weermannen en –vrouwen met onschuldig nautische vermaak. Uiteindelijk zwichtte de PvdA onder leiding van premier Kok onder druk van de vakbonden die schermden met werkgelegenheid, maakte de LPF na de dood van Pim Fortuyn onder leiding van Mat Herben een draai en annexeerde het CDA de JSF-lobby. Jack de Vries, de spindokter van het CDA, had afgezien van de relatie met zijn adjudant slechts één doel voor ogen in zijn kortstondige periode als staatssecretaris van Defensie: het JSF-project vliegend houden in een steeds kritischer Tweede Kamer. Hij is nu lobbyist voor onder meer de JSF. Bij al dit politieke gedraai kwam er deze week ook een onderzoek uit naar de betekenis van de JSF voor de Nederlandse industrie. Het bedrijfsleven zal, volgens de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam, de komende 60 jaar tussen de 24 en 38 miljard euro extra omzet maken dank zij de JSF. Het oogt als een behoorlijk natte vinger dat er een marge van ruim 50 procent in de berekening van de opbrengst zit – maar nog sterker is dat de glazen bol van SEO voorspellingen doet tot het jaar 2072. Wie dat gelooft ziet ze vliegen.