Er is een tijd geweest dat je als verstandig mens kon beweren dat Geert Wilders een punt had. Het was waar dat de gevestigde partijen, vooral de progressieve, wel heel veel begrip aan de dag legden voor de onaangepastheid van moslims. Het was waar dat immigratie een vraagstuk was waarover lang niet werd gesproken (al was Wilders zeker niet de eerste die erover begon). Het was waar dat in het Nederlandse publiek debat heel erg besmuikt over het nationale belang werd gedaan, of over de nationale identiteit. En het was waar dat er wel heel erg hysterisch op Wilders werd gereageerd. De hele diplomatieke dienst was ingeschakeld om aan de moslimwereld duidelijk te maken dat het filmpje Fitna echt niet het Nederlandse regeringsstandpunt vertegenwoordigde. Voor de goede orde: het filmpje moest toen nog verschijnen en het was de parlementariër Wilders die door een fatwa met de dood werd bedreigd. Zeg maar eens dat dit geen 'dhimmiegedrag' was. En dan was er nog 'het proces van de eeuw', waarbij Amsterdamse notabelen de heer Wilders via D66-rechters de mond trachtten te snoeren. Niet helemaal onlogisch dus dat Henk & Ingrid, het Nederlandse echtpaar Doorsnee dat zich door de politieke en culturele elites in de steek gelaten en gedenigreerd voelt, in een stem op Geert een uitweg zag om de onvrede te uiten. En Henk & Ingrid waren niet de enigen. Zij bleken met velen te zijn, waardoor er op de slippen van Geert veel nieuwe wakkere vaderlanders in de Kamer werden gekozen. Dat was eerder bij de LPF ook al gebeurd, en omdat de grote leider er toen niet meer was om hoogstpersoonlijk over de troepen te waken (hij was vermoord), wilde Geert ervoor zorgen dat hem dat niet zou overkomen. Geen LPF-achtige toestanden. Je zou kunnen zeggen dat Geert daar samen met zijn secondant Martin Bosma in is geslaagd. Waar de LPF door een grote hoeveelheid 'gelukzoekers' al snel in opspraak raakte en implodeerde, bleef de PVV dat lot bespaard. Dat wil zeggen, onder de 'nieuwe politici' van de PVV bleken wel types te zitten die in brievenbussen plasten, ouderen (nota bene Geert-kiezers) in Haarlem achtervolgden bij het uitlaten van hun hondje, en inderdaad de kopstoten uitdeelden die je van dit soort klerenkasten kon verwachten. Afgelopen week waren er weer twee patriotten die uit de fractie stapten uit onvrede over het gedrag van de leider. Geert zou een dictator zijn, de partijtop (het 'Politburo') duldde geen inspraak, en in feite gedroeg Wilders zich als het schoothondje van Maurice de Hond, waardoor de PVV in sociaal opzicht ook in links-populistische richting was opgeschoven. Dat ging beide rechtse idealisten die vorige week opstapten, net nadat Geert zijn prachtige verkiezingsprogramma aan de media had gepresenteerd, te ver. Zij huilden voor de linkse camera's uit. Geert zelf, die duidelijk overvallen werd en vol in de flank werd geraakt, had voor dat gedrag een goeie verklaring: de beide verraders handelden uit rancune. Je zou denken dat de PVV nu als rancunepartij ontmaskerd zou zijn en wel schade moet gaan ondervinden van alle akkefietjes. Maar nee, de trouwe PVV-stemmer blijft de leider trouw. In de Volkskrant van vandaag legt Joost Eerdmans, het grootste politieke talent van de Fortuynrevolte en een ervaringsdeskundige, uit dat Wilders van zulke kwesties geen schade ondervindt. Veel wakkere kiezers zien juist hun gevoel bevestigd dat hun held onrecht wordt aangedaan. Op dezelfde pagina schrijft Chris Aalberts, docent politieke communicatie aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam, dat de PVV'er vooral wil dat Geert herrie maakt. Henk & Ingrid zien ook wel in dat de PVV een hoop onzin bouwt, met onhaalbare plannen als een kopvoddentaks en het uittreden uit de EU, maar dat kan ze niks schelen. Ik geloof het meteen, Eerdmans en Alberts hebben ongetwijfeld een punt. Maar ondertussen wordt er wel erg veel deskundigenbegrip aan de dag gelegd voor het 'politiek genie' van Wilders, die telkens zo goed aanvoelt wat er onder het kiezersvolk leeft. En ergens tussen 2002 en nu moet het gezond verstand, van oudsher de kracht van Nederland, bij een deel van de wakkere kiezers verloren zijn gegaan, op een manier die geen docent politieke communicatie had kunnen voorspellen. Dit punt zou iedereen te denken moeten geven.