Er is een grote ecologische ramp gaande in de Japanse wateren. Door de opwarming van het zeewater is er een wildgroei aan rode algen, waardoor vissen, schelpdieren en zeevruchten in groten getale dood zijn gegaan.
Japan is het land van de sushi en de sashimi. Ze eten gemiddeld meer dan twintig kilo visproducten per persoon per jaar en er werken meer dan 200.000 mensen in de visserij, vooral aan de kust van het noordelijkste eiland Hokkaido. De regio staat bekend om zijn exquise zalm en zee-egels, maar door de rode algenplaag staat de visindustrie op instorten.
"De algen gaan in de kieuwen zitten, daardoor stikken ze. We vangen op sommige plekken nog maar een tiende van wat we vorig jaar binnenhaalden",
vertelt visser Michinari Sakamoto aan NOS-correspondent Anoma van der Veere. Meer dan de helft van de zalm en 90 procent van de zee-egels hebben het in de noordelijke kuststreken van Japan niet overleefd.
Het probleem is een giftig soort fytoplankton, dat zich ook in koud water vermenigvuldigt. "Experts zeggen dat het onder andere komt door de opwarming van de zee verder in het noorden. We zien ook plotseling vissoorten verschijnen die hier normaal niet komen", zegt Sakamoto.
Katsunori Seki doet al meer dan veertig jaar onderzoek naar de biodiversiteit in de zee rond Hokkaido. "Door de fluctuaties in temperaturen zijn de zeestromingen zich gek aan het gedragen. Je ziet daarbij dat de vissen en zeevruchten zich steeds verder richting het noorden verplaatsen", aldus de bioloog.
"Vroeger groeide hier een jungle aan zeewier, een voedselbron voor veel vissen en schelpdieren, daarvan zijn nog maar een paar struikjes over. Vroeger vond ik nog veel verschillende soorten vissen hier aan de kust. De meeste zijn nu verdwenen."