In heel Europa vroegen we ons af: waar is de winter gebleven? Temperaturen waren overal fors hoger dan normaal en warmterecords werden gebroken. Dat gebeurde ook in het poolgebied, tot grote verbijstering van klimaatwetenschappers. In december steeg de
temperatuur op de Noordpool tot boven het vriespunt. In januari was de gemiddelde temperatuur vlak boven de Arctische Oceaan zes graden hoger dan normaal. En in februari was de temperatuur op veel plaatsen in het poolgebied
gemiddeld 16 graden te hoog. Klimaatwetenschappers concluderen dan ook dat er in het poolgebied amper een winter is geweest. De temperaturen van februari bijvoorbeeld zaten op het niveau van juni. Daarnaast is er boven de Poolcirkel bijzonder weinig sneeuw gevallen. De temperaturen hebben dramatische gevolgen voor het poolijs. Dat bedekte op 28 februari 14,5 miljoen vierkante kilometer. Dat is 938.000 km² minder dan normaal. Het ijs dat er toch is bijgekomen deze winter is bovendien veel dunner en gaat dus ook sneller smelten. Er is tegen het begin van de zomer straks zoveel ijs verdwenen dat de opwarming van de aarde mogelijk aan het eind van het jaar al de cruciale 1,5 graad bereikt. Dit is de maximale temperatuurstijging die tijdens de klimaattop in Parijs is afgesproken voor het einde van deze eeuw.