Er gaan steeds meer geluiden op over het afschaffen van de zomertijd. Tenminste, in Noord-Europa. In het zuiden van de EU denken ze daar anders over. De zomertijd werd in 1977 bedacht om energie te besparen. Anno 2018 is het verzetten van de tijd in de hele Europese Unie verplicht, terwijl steeds duidelijker wordt dat er meer na- dan voordelen aan zitten. Reden voor de Europese Commissie om de afgelopen weken aan alle Europeanen hun mening te vragen over de kwestie. Er lijkt een tweedeling te ontstaan: de Noord-Europeanen willen de zomertijd afschaffen, de Zuid-Europeanen niet. Dat is niet zo gek. In het noorden hebben de mensen het meeste last van de zomertijd. Als in het voorjaar de klok een uur vooruit gaat wordt het 's ochtends een uur later licht. Wie vroeg opstaat, moet dan nog langer wachten op een beetje daglicht. In Finland zijn ze bijvoorbeeld nadrukkelijk tegen de zomertijd. Daar vinden ze het ochtendlicht juist extra belangrijk om energie te krijgen voor de rest van de dag. Ook melden Finse onderzoekers dat de kans op beroertes groter wordt door het verzetten van de tijd. In het zuiden van Europa is er veel minder discussie. Daar schijnt de zon veel meer. In Spanje stellen twee deelstaten zelfs voor om niet de zomer- maar de wintertijd af te schaffen. Ze genieten liever wat langer van de avondzon. Wat het Europees Parlement gaat beslissen is dus nog even afwachten.