Premier Jan Peter Balkenende wil dat Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer stopt met zijn onderzoek naar de Margarita-affaire. Het onderzoek mist volgens de premier 'de vereiste wettelijke grondslag'. EénVandaag en de Volkskrant hebben de hand gelegd op vertrouwelijke correspondentie waarin de ombudsman 'de volle laag krijgt' van de premier. Balkenende is bang dat het onderzoek van Brenninkmeijer aanleiding zal zijn voor 'misverstanden' en 'bevreemding'. Hoogleraren zetten vanavond in EénVandaag vraagtekens bij de werkwijze van de premier. Volgens hoogleraar staatsrecht Jit Peters (UvA) zal er nu altijd 'een zweem van doofpot' blijven hangen over de affaire. Premier Balkenende moest in 2003 toegeven dat geheime diensen in opdracht van het koningshuis onderzoek hadden gedaan naar het verleden van Edwin de Roy van Zuydewijn - de toenmalige echtgenoot van prinses Margarita - zonder dat de verantwoordelijke ministers daar toestemming voor hadden gegeven. Brenninkmeijer onderzoekt nu een andere beschuldiging van De Roy, namelijk dat hem het werken onmogelijk is gemaakt door machinaties vanuit het hof. Balkenende geeft in een brief aan Brenninkmeijer toe dat in 2001 al navraag is gegaan bij het Bouwfonds - de toenmalige werkgever van De Roy - maar het zou enkel en alleen gegaan zijn om het inwinnen van informatie. De drie brieven waar het om gaat, zijn te lezen op de site van EénVandaag.