Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) maakt een einde aan het volplanten van weilanden met zonnepanelen. Gemeentes en provincies moeten vanaf nu de voorkeur geven aan de installatie van zonnepanelen op daken en gevels. Alleen als dit niet mogelijk is, komen onbenutte terreinen in bebouwd gebied of landelijk gebied in het vizier. Landbouw- en natuurgronden zijn de laatste optie.
Ongeveer 20 procent van alle opgewekte zonne-energie in ons land komt van zogeheten zonneweides – grote parken vol zonnepanelen op landbouw- en natuurgrond. Het kabinet wil hiermee stoppen, want grond is schaars en kan beter worden gebruikt.
'Dat moet je echt niet willen'
“We zijn een heel klein landje en er moet van alles”, zegt De Jonge in
het AD. “We moeten dus heel zuinig omgaan met onze schaarse ruimte. Als je door de polder fietst, en je ziet op vruchtbare landbouwgrond zo’n enorm zonneveld, dan denk je ‘Oei, wat is dat zonde van de ruimte’. Dat moet je echt niet willen in Nederland.”
Hij pleit ervoor om nieuwe zonnepanelen vooral op gebouwen te plaatsen. “Iedereen die wel eens op een kerktoren heeft gestaan ziet in een stad eindeloos veel daken die nog onbenut zijn. Er is nog zo ongelofelijk veel ruimte op daken, dat het doodzonde is om landbouwgrond te verspillen aan zonnevelden”, aldus De Jonge.
Bestaande velden blijven staan
Bestaande velden blijven staan, ‘maar ook daar zijn contracten vaak tijdelijk’, zegt de minister. “Dat we als Nederland zonne-energie nodig hebben, staat buiten kijf. De doelstellingen die we hadden, blijven staan. Maar zo lang het veel te makkelijk blijft om open ruimte te gebruiken doen we te weinig ons best om zon op daken te krijgen of parkeerterreinen te benutten. Laten we daar eerst aan beginnen. Daar is ruimte zat.”