Afgelopen vrijdag beklom de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un de berg Paektu. Geen groot nieuws, de kleine dictator deed het al vaker. Maar meestal bleef het niet zonder gevolgen. De berg wordt in Noord-Korea gezien als een heilige, mystieke plek, omdat het de geboorteplaats zou zijn van de eerste leider van het land, Kim Il-Sung. De rest van de wereld weet dat de man geboren is in de Sovjet-Unie, maar Noord-Korea is de rest van de wereld niet. Nog altijd zoeken de belangrijkste leiders de bergtop op om na te denken en raad te krijgen over moeilijke beslissingen. Meestal gaat het in Noord-Korea dan om executies of kernproeven. Zo werd al in 1977 de hoogste ambtenaar van internationale zaken terechtgesteld nadat de vorige leider, Kim Jong-il, een bezoek bracht aan de berg. Kim Jong-un liet in 2013 zijn oom en adviseur Jang Song-thaek vermoorden nadat hij de Paektu had beklommen. Twee jaar later liep hij de berg weer op en kwam hij terug met het idee om Hyonn Yong-chol, hoofd van defensie, te executeren. In 2016 inspireerde Paektu hem om grote nucleaire testen uit te voeren. De grote vraag is wat de berg hem nu weer heeft ingefluisterd.