Bijna iedereen heeft het weleens meegemaakt als kind: de dropping. Of je nu lid was van de scouts of met je klas op kamp ging, het was pas echt geslaagd als je ergens midden in de nacht in een donker bos werd achtergelaten. Vreemd, vinden de Amerikanen. The New York Times schreef er over. "Een eigenaardige Nederlandse zomertraditie", luidt de kop. De journalist van dienst omschrijft de dropping als een activiteit waarbij, "groepen kinderen, vaak nog geen tieners, achtergelaten worden in een bos en het de bedoeling is dat ze hun weg terugvinden naar het kamp. Het is de bedoeling dat dat lastig is en ze komen dan vaak ook pas tussen 2 en 3 uur 's nachts terug." De schrijfster spreekt van een typisch Nederlandse manier van opvoeden. "Kinderen leren niet te veel afhankelijk te zijn van volwassenen; volwassenen leren dat ze kinderen moeten toestaan hun eigen problemen op te lossen", schrijft ze. "In een dropping komt dit in extreme mate tot uiting. Het idee is dat het gevoel dat kinderen eigen baas zijn compenseert voor hun moeheid, honger en desoriëntatie." Erik Mouthaan, Amerika-correspondent voor het RTL Nieuws reageert op Twitter: "Dit zou in de VS niet kunnen, omdat de bossen hier zo groot zijn als heel Nederland. De schrijver vertelt er niet bij dat onze 'bossen' zeg maar het formaat van Central Park hebben."