\n\n

Bankiers spelen vals

Samenleving
door Gilles Dijkmanzondag, 23 november 2014 om 18:11
kop of munt
Over het algemeen zijn proefpersonen die ongezien kop of munt moeten gooien om daar geld mee te verdienen eerlijk, behalve wanneer bankmedewerkers op voorhand geprikkeld worden en ze er bewust op gewezen worden dat ze bankiers zijn. De vraag is of de financiële wereld onbetrouwbare mensen aantrekt, of dat ze oneerlijk worden door hun werk. Drie onderzoekers uit Zurich denken dat de financiële wereld mensen oneerlijk maakt. Ze lieten 130 medewerkers van een grote internationale bank een simpel spelletje spelen: de deelnemers moesten tien keer een eerlijke munt opgooien en voor elke ‘munt’ kregen ze 20 dollar. Ze deden dit in hun eentje, zonder dat iemand anders het zag. De onderzoekers zagen de individuele worpen dus niet, maar het is vrij logisch dat de proefpersonen gemiddeld vijf keer ‘munt’ zullen gooien en daarmee dus honderd dollar verdienen, mits de proefpersonen hun worpen eerlijk rapporteren. Dit bleek ook uit de resultaten van de eerste helft van de proefpersonen: ze claimden gezamenlijk 51,6 procent van de keren ‘munt’. Dit was echter de controlegroep die op voorhand een irrelevante vragenlijst hadden ingevuld over de besteding van hun vrije tijd. De tweede helft van de proefpersonen hadden een vragenlijst ingevuld over hun beroepsleven. Dit is een veelgebruikte techniek bij psychologische experimenten om proefpersonen in een bepaalde stemming te krijgen. De tweede groep proefpersonen claimden gezamenlijk 58,2 procent keer ‘munt’ en kregen daardoor ongeveer 120 dollar per persoon uitbetaald, een bonus van 20 procent. Het experiment is ook uitgevoerd met een ander beroep, maar daar traden geen verschillen op tussen de eerste en tweede groep proefpersonen. Verder werden de bankmedewerkers in de vragenlijst uiteraard niet aangemoedigd om te liegen over het resultaat van hun worpen. De onderzoekers denken dat alleen de herinnering aan de competitieve werkomgeving genoeg was om de medewerkers oneerlijk te maken.
Bron(nen): NPO Wetenschap