De pretparkgeneratie noemt hoogleraar orthopedagogiek Aryan van der Leij de jongeren van nu. Ze zijn verwend, gepamperd en hebben nooit geleerd om met tegenslagen om te gaan. Daardoor zijn ze op latere leeftijd vaker depressief en ongelukkig.
Hun eigen pretparkjeHet is grotendeels de schuld van de ouders legt Van der Leij uit in HP/De Tijd. “De strenge opvoedregels van de jaren vijftig zijn overboord gezet en ook het geloof speelt geen rol meer. Die gedragsregels waren natuurlijk benauwend, maar boden wel structuur. Tegenwoordig is de structuur totaal verdwenen uit de opvoeding. Kinderen groeien op in hun eigen pretparkje, mogen alles en hun ouders houden hen voortdurend uit de wind. Negatieve dingen worden afgeweerd, alleen positieve dingen worden toegelaten in de kinderwereld. En als ze eenmaal wat groter zijn, krijgen ze fantastische mogelijkheden. Jongeren gaan tegenwoordig allemaal naar het buitenland om te studeren of te backpacken. Dat is de norm geworden. Ze nemen zomaar een gap year om een jaar lang te bedenken wat ze eigenlijk van het leven willen.”
Maar deze verwennerij is geen garantie voor een gelukkig leven, weet Van der Leij. “Ze krijgen werkelijk alle ruimte, maar toch zie je jongeren die uiteindelijk worden geslagen door een depressie of een andere psychische aandoening. Dat is de paradox van deze tijd.”
Cijfers ondersteunen zijn bewering. Zo'n 85 procent van de jongeren onder de 25 jaar die thuis zitten kampt met stress, depressies of ontwikkelingsstoornissen. In vijf jaar tijd is het aantal jongeren tussen de 15 en 19 jaar dat antidepressiva slikt met elf procent gestegen.
Beschermende opvoedingOok Jan Derksen, hoogleraar psychodiagnostiek aan de Vrije Universiteit Brussel, ziet een stijging van het aantal psychische problemen bij jongeren en wijt dat deels aan te beschermende rol van moderne ouders. “Sommige ouders zijn geneigd om als hun kind een torentje bouwt, het laatste blokje zelf te plaatsen omdat ze niet willen dat het kind moet meemaken dat het omvalt. Ze brengen hun kind met de auto naar school, want ze zijn bang dat het van de fiets valt, in een regenbui terecht komt of tegen de wind in moet fietsen. Terwijl Rousseau en Kant al zeiden dat het belangrijk is dat een kind builen en schrammen oploopt in zijn jeugd. Want als kinderen geen teleurstellingen mogen meemaken, dan ontwikkelen ze geen coping skills. Dan leren ze niet omgaan met tegenslag, frustratie, boosheid, verlies, liefdesverdriet. Dat zijn allemaal dingen die bij het leven horen en waar je kinderen op moet voorbereiden. Er is tegenwoordig een groep ouders die hun kinderen niet opvoedt tot weerbaarheid. Ik heb een moeder meegemaakt die het eerste seksuele contact van haar dochter regisseerde, want het mocht geen teleurstelling worden.”
Tropische vissen“Kinderen die een applausopvoeding krijgen, denken: ik ben prima, ik hoef niets meer aan mezelf te verbeteren. Maar dan komen ze in de maatschappij terecht en dan zijn ze als tropische vissen die de Noordzee inzwemmen. Want de maatschappij is hard, en daar zijn ze niet op voorbereid. Ze gaan werken, krijgen hun eerste negatieve functioneringsgesprek en knappen af. We zien nu veel jonge mensen die een burn-out krijgen, lijden aan chronische vermoeidheid of overspannen zijn.”
Succes is een keuzePsychologe en hoogleraar in Groningen, Trudie Dehue, die het boek 'De Depressie-epidemie' schreef voegt daar nog aan toe dat mensen steeds hogere eisen aan zichzelf stellen. “We leven sinds een kwarteeuw met de ideologie dat succes een keuze is en mislukking dus ook. Nogal wat ouders passen die gedachte toe op hun eigen leven en stellen dus hoge eisen aan zichzelf. Hoge eisen aan jezelf stellen is ook hoge eisen stellen aan je kinderen, want hun succes en levensgeluk hangt af van jou als ouder. Dergelijke ouders zijn stimulerend maar ook heel streng. Ze voeden op met het principe van ‘je kunt als je maar wilt’. Dat houdt in dat wie iets niet kan, het kennelijk onvoldoende heeft gewild. Dat leidt tot zelfverwijten. Maar een mens kan en krijgt lang niet alles wat hij wil, want er is wel zoiets als domme pech. Wie dat laatste niet inziet, heeft alleen zichzelf nog om boos op te worden.”
Lees
hier het hele artikel uit HP/De Tijd.