Het gaat niet goed met de corruptie in de wereld, zo blijkt uit de jaarlijkse Corruptie-perceptie-index (CPI) van . De organisatie heeft 180 landen beoordeeld met een score van 0 tot 100. In West-Europa is er vooralsnog weinig aan de hand. Het minst corrupte land ter wereld is Nieuw-Zeeland, gevolgd door, hoe kan het ook anders, de Scandinavische landen, Zwitserland en IJsland. Nederland staat op een keurige achtste plaats. Daarmee scoren we een stuk beter dan onze zuiderburen die we op plek 16 terugvinden. Oost- en Zuid-Europese landen doen het beduidend slechter. Italië staat bijvoorbeeld op plaats 54, Hongarije op 66. Een score op de honderdpuntsschaal van lager dan 50 beschouwt de organisatie als problematisch. Landen als Soedan, Afghanistan en Venezuela bungelen onderaan de lijst. Volgens Transparency International is er de afgelopen zes jaar weinig gebeurd om de situatie te verbeteren en is er ook weinig zicht op vooruitgang. De organisatie baseert haar cijfers op allerlei data, maar belangrijkste informatie komt van enquêtes onder zakenlui overal ter wereld. Dat is ook meteen het zwakke punt van de corruptie-index: er wordt alleen perceptie gemeten dus niet de echte mate van corruptie. Toch is de CPI toonaangevend als het gaat om het meten van corruptie in verschillende landen. Op deze interactieve kaart zie je hoe alle 180 landen zijn beoordeeld: