Het is niet altijd makkelijk om een puber te zijn, maar ook niet om een puberend kind te hebben. Pubers slaan niet alleen vaak hun
ogen ten hemel, ze hebben nog veel meer manieren om je het bloed onder de nagels vandaan te halen. Toch moet je ze steunen, want hun gepuber heeft een doel: Hun eigen weg vinden. Ook al vinden ze je zorgen aanmatigend en je hulp bemoeizuchtig, in feite testen ze je liefde. Hoe ze te helpen? 1. Laat je niet wegduwen - Laat je kind maar boos en rebels zijn, je kunt dat toch niet tegenhouden. Maar blijf wel in contact zodat je
tiener weet dat hij of zij er toe doet. Dat is belangrijk voor de toekomstige relatie tussen ouder en kind. 2. Luister, maar ga niet zitten oplossen - Zeg zeker niet 'ja, zo voelde ik me ook op jouw leeftijd'. Laat je kind gewoon vertellen over problemen, of het nou gaat om een te kleine kamer of problemen op school. Wees empathisch en laat een kritische houding achterwege. 3. Wees flexibel maar zorg voor begrenzing - Tieners hebben er behoefte aan te weten waar de grenzen liggen. Ze zullen er tegenaan schurken maar ze zullen ook voelen dat de ouders de grenzen met respect voor iedereen in het gezin hebben opgesteld en dat die corresponderen met de normen en waarden van de ouders. 4. Geef je tiener wat verantwoordelijkheden - Zo krijgt je kind wat bevoegdheden, kan er een belangrijke rol vervuld worden en kan je kind (binnen de grenzen) keuzes leren maken. Het vertrouwen dat tieners zo krijgen, helpt ze meer zelfvertrouwen op te bouwen.