Israëlische troepen hebben tijdens een nachtelijke inval in een Palestijns vluchtelingenkamp op de bezette Westelijke Jordaanoever een vuurgevecht gevoerd met een groep Palestijnen, meldt het Israëlische leger (IDF). Volgens de IDF "schoten en slingerden" Palestijnen in het vluchtelingenkamp Jenin "explosieven" naar hun strijdkrachten, die daarop een droneaanval uitvoerden. Daarbij zijn volgens de Palestijnse hulpdienst Rode Halve Maan twee Palestijnen gedood. Sinds de Hamas-aanval van 7 oktober vanuit de Gazastrook voeren Israëlische troepen nachtelijke invallen uit op de Westelijke Jordaanoever, waarbij tientallen mensen werden opgepakt die volgens Israël banden met Hamas hebben. In diezelfde periode hebben Israëlische troepen bijna honderd Palestijnen gedood op de Westelijke Jordaanoever. Het vluchtelingenkamp Jenin bestaat al sinds 1953 en is herhaaldelijk de locatie van gewelddadigheden geweest. De IDF deed er begin juli een inval omdat het een terroristisch bolwerk zou zijn. Twaalf mensen, onder wie vijf kinderen, kwamen daarbij om het leven en ruim honderd anderen raakten gewond. De VN-deskundigen Francesca Albanese en Gaviria Betancur noemden het "grove schendingen van het internationaal recht en internationale standaarden op het gebied van geweld".