Italië heeft zaterdagavond in Rotterdam Ahoy de 65e editie van het Eurovisie Songfestival gewonnen. De Italiaanse rockgroep Måneskin kreeg in totaal 524 punten. Vooral het publiek stemde en masse op Italië. Frankrijk en Zwitserland eindigden op de tweede en derde plek. Nederland werd met Jeangu Macrooy 23e van de 26 deelnemende landen.
De top 10 wordt verder gevuld door IJsland, Oekraïne, Finland, Malta, Litouwen, Rusland en Griekenland.
De laatste keer dat Italië won is 31 jaar geleden. Toto Cutugno werd in 1990 eerste met Insieme 1992. De Italianen brengen hun totaal aan songfestivaloverwinningen nu op drie. Naast Cutugno won Gigliola Cinquetti met Non Ho l'Età in 1964.
Italië behoorde in 1956 tot de eerste deelnemers van het songfestival en was in de jaren daarna bijna altijd van de partij, tot de jaren negentig. In 2011 keerde het land na 14 jaar afwezigheid terug, toen direct als een van de grote geldschieters en werd de Big Four op het songfestival een Big Five. De andere grote landen zijn Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Spanje.
De Italianen presteerden na hun terugkeer opvallend goed met slechts twee plaatsen buiten de top 10. In 2019 zag het land de overwinning aan zijn neus voorbijgaan toen Mahmood tweede werd achter Duncan Laurence. Ook in 2011 werd de tweede plaats bereikt en in 2015 werd Italië derde.
Het is pas de tweede keer dat een Big Five-land het songfestival wint sinds de komst van de halve finales in 2004. Duitsland zorgde in 2010 voor de primeur.
Opvallender is haast dat Måneskin won met een rocknummer. In de 65-jarige historie van het songfestival wist 'rock' slechts één keer te winnen. In 2006 schreven de Finse monsters van Lordi de liedjeswedstrijd op hun naam.
Jeangu wist met Birth Of A New Age de vakjury's en kijkers thuis niet te overtuigen. De zanger kreeg van de vakjury's 11 punten en 0 punten van het publiek. De Utrechtse Stefania, die namens Griekenland meedeed, scoorde beter met haar tiende plaats.