In de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht blijken kinderen en jongeren uit gezinnen met een migratieachtergrond minder te zijn gevaccineerd dan leeftijdsgenoten die uit gezinnen met een oorspronkelijk Nederlandse achtergrond komen. Dat meldt de gemeente Den Haag namens de vier grote steden. Er is voor het eerst een analyse van de vaccinatiegraad in combinatie met migratieachtergronden uitgevoerd.
De verschillen zijn het grootst bij de vaccinaties voor 14-jarigen tegen baarmoederhalskanker (HPV) en meningokokken (MenACWY). Jongeren met een Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond blijken het minst gevaccineerd te zijn tegen HPV en meningokokken. Daarna volgen jongeren met een Surinaamse, Arubaanse, Antilliaanse en andere migratieachtergrond.
Bekend was al dat de vaccinatiegraad van kinderen en jongeren in de grote steden lager is dan het landelijke gemiddelde. De steden willen nu in samenwerking met het RIVM, het ministerie van VWS en met vertegenwoordigingen van migranten verder onderzoeken wat de achterliggende redenen zijn van de verschillen in vaccinatiegraad.
De Amsterdamse zorgwethouder Simone Kukenheim komt binnenkort met een plan van aanpak om de vaccinatiegraad te verhogen. Rotterdam wil 'sleutelfiguren' inzetten om de informatie over vaccineren beter aan migrantendoelgroepen over te brengen. Den Haag werkt al samen met dergelijke sleutelfiguren en leidt ook gezondheidsambassadeurs op bij buurthuizen. Ook organiseert de gemeente de Haagse Vaccinatieweek. Utrecht wil het aantal vaccinaties opschroeven via de wijkaanpak en de jeugdgezondheidszorg in Utrecht neemt extra tijd om met ouders in gesprek te gaan en biedt vaccinaties kleinschalig en op een locatie in de buurt aan.