Het vertrek van Tunahan Kuzu als leider van Denk heeft volgens HP/De Tijd te maken met een affaire die hij heeft gehad met een inmiddels voormalige medewerkster van de partij. Kuzu gaf het leiderschap vorig weekend onverwachts op.
Het tijdschrift bezit een schriftelijke verklaring van de vrouw. Die beschuldigt de getrouwde Kuzu onder meer van grensoverschrijdend gedrag. Voorzitter Khadija Arib van de Tweede Kamer heeft haar het advies gegeven aangifte te doen, bevestigt een woordvoerster van Arib.
De vrouw werkt niet meer bij de partij en wilde de zaak laten rusten omdat ze bang was voor de publiciteit die een aangifte met zich mee zou brengen.
Confronteren
De huidige fractieleider Farid Azarkan is door de vrouw al in 2018 op de hoogte gesteld van de zaak. Hij ondernam volgens haar geen geen actie.
Onlangs nam Selçuk Öztürk van de Tweede Kamerfractie via een tussenpersoon contact op met de vrouw. Hij wilde Kuzu met de zaak confronteren. Ze gaf te kennen niet met Öztürk over de kwestie te willen spreken.
Drukmiddel
Volgens HP/De Tijd werd de affaire gebruikt als drukmiddel om Kuzu te laten opstappen. Oztürk en zakenman Ayhan Tonca zouden Kuzu een aantal dagen voor zijn aftreden hebben laten weten op de hoogte te zijn van beschuldigingen van de vrouw. Kuzu meldde vorig weekend het fractieleiderschap neer te leggen vanwege "de behoorlijke impact op mijn persoonlijk leven".
Kuzu heeft een verklaring gegeven aan HP/De Tijd. Hij zegt dat de feiten anders liggen en "laat ik vooropstellen dat ik, in tegenstelling tot het beeld wat deze publicatie oproept, niets heb gedaan wat op welke wijze dan ook geduid kan worden als grensoverschrijdend".
Kuzu, Öztürk en Azarkan waren zondagavond niet bereikbaar voor commentaar.