\n\n

Notulen: Ministers en Rutte boos over kritische coalitie-Kamerleden

Samenleving
door Gerard Driehuismaandag, 26 april 2021 om 20:24
ministers klaagden onderling over kritische coalitie kamerleden1619465354
Uit de openbaar gemaakte notulen van een aantal kabinetsvergaderingen blijkt dat het kabinet bij de toeslagenaffaire vooral bezig was er zelf goed uit te komen en amper om het probleem op te lossen. Daarnaast blijkt dat de coalitiepartijen vinden dat de Kamerleden van hun partijen niet te kritisch mogen zijn. Bovendien blijken de eigen Kamerleden meer informatie te krijgen dat Kamerleden van de oppositie.
Verscheidene ministers klaagden tijdens de ministerraad op 12 juli 2019 over kritische Kamerleden van coalitiefracties, onder wie Pieter Omtzigt van het CDA en Helma Lodders van de VVD. D66-minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken nam daarin het voortouw maar hij kreeg bijval van premier Mark Rutte, CDA-minister Wopke Hoekstra van Financiën en D66-vicepremier Kajsa Ollongren. Dat staat in de notulen die maandag zijn vrijgegeven.
Koolmees merkte op dat Omtzigt en Lodders rond de toeslagenaffaire een "gezamenlijke strijd" voerden samen met SP-Kamerlid Renkse Leijten tegen toenmalig staatssecretaris Menno Snel van Financiën, zijn partijgenoot. "Spreker toont zich hierover zeer ontstemd, omdat de rol van de twee coalitiefracties weinig behulpzaam is bij het oplossen van de onderliggende problemen", valt te lezen in het vrijgegeven gespreksverslag.
Zelf had Koolmees ook wat te klagen over VVD-Kamerlid Dennis Wiersma, die hem kritisch bejegende over uitvoeringsproblemen bij het UWV. "Het is wenselijk dat leden van de raad betreffende woordvoerders van gelijke politieke huize hierop aanspreken", staat in de notulen te lezen.
Rutte
Rutte "kan zich vinden in de inbreng van minister Koolmees". Hij "toont weinig begrip voor woordvoerders van coalitiefracties die zich in de media trachten te profileren en laat weten in de richting van mevrouw Lodders reeds het belang van eenheid binnen de coalitie te hebben benadrukt".
Ook Hoekstra sloot zich aan bij Koolmees. Hij liet optekenen dat de relatie tussen het kabinet en de coalitiefracties in de Tweede Kamer "ingewikkeld te noemen" was. Hij zei ook dat door hem en vicepremier Hugo de Jonge "veel tijd en energie is gestoken in het sensibiliseren van de heer Omtzigt, met overigens beperkt succes". Hoekstra stoorde zich met name aan de suggestie van Omtzigt dat ambtenaren op zijn eigen ministerie van Financiën "incompetent" zouden zijn.
VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur had in die periode ook moeite met Kamerleden die haar aanvielen op problemen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Zij merkte daarover op dat het "in geen geval" acceptabel is dat "coalitiefracties een scherper standpunt innemen dan oppositiefracties". Premier Rutte was het daarmee eens, zo blijkt uit de notulen.
Huidig D66-leider Sigrid Kaag had "minder moeite" met Kamerleden van coalitiepartijen die "zich openlijk tegen het kabinet afzetten". Zij noemde het "in een democratie een gezond teken dat er fel wordt gedebatteerd, ook door leden van de coalitiefracties". Kaag zei daar wel bij dat het debat "binnen bepaalde kaders" moest plaatsvinden en opperde dat daar misschien afspraken over konden worden gemaakt met de fractievoorzitters.