Of het nu gaat om welvaart, welzijn of zorg, we zijn gewend om aan de top van de landenlijstjes te staan. Dan valt de onderwijsscore toch een beetje tegen. Nederland staat op een veertiende plaats in een lijst van 25 landen.
Iedere drie jaar meet de OESO, een organisatie waar 35 rijke landen lid van zijn, de staat van het onderwijs in de wereld. In 79 landen maken 600.000 vijftienjarige leerlingen een twee uur durende test, waarin hun kennis van onder meer taal en wiskunde wordt getoetst. Daaruit rolt de bekende PISA-score, de belangrijkste wereldwijde graadmeter voor het niveau van het onderwijs.
Data-website Statista heeft de mediane scores voor elk land gecombineerd om tot een totaalscore te komen. Met een gemiddelde van 1.736 staat China op de eerste plaats, gevolgd door Singapore en Estland. De Verenigde Staten staan op een treurige 22ste plek maar ook Frankrijk, Portugal en Oostenrijk scoren slecht.
Het cijfer van China moet echter met een korreltje zout worden genomen. Alleen leerlingen uit Beijing, Sjanghai en twee aangrenzende provincies deden mee aan de test. Het gemiddelde van alle OESO-landen bedraagt 1.465.