De ramadan is begonnen. Een grote meerderheid van de moslimgemeenschappen in Nederland vast de komende weken. Pas als de zon ondergaat mag er gegeten worden. Maar niet iedere moslim doet er aan mee. En die worden gezien als zwarte schapen van hun gemeenschap en door wildvreemde geloofsgenoten aangevallen op hun onislamitische gedrag. De meesten van hen gaan ondergronds, schrijft de Volkskrant. Maar volgens de krant is er ook een kleine groep die de zware sociale druk trotseert en genoeg heeft van het stiekeme gedoe: de ramadan-eters. Ze komen voorzichtig uit de kast. Ze willen niet langer hun lunch op de wc eten of uitwijken naar snackbars en terrasjes in de 'blanke' buurten van hun stad. Volgens een ramadan-eter die op zijn 13de van zijn geloof viel moet je 'sterk in je schoenen staan om de sociale druk te weerstaan'. In de jaren zeventig kwam hij naar Nederland. 'Ik was een hippie, bezig met muziek, theater en filosofie. Moslims vasten onder meer om mee te voelen met hongerige armen. Waarom moeten de armen dan meevasten? Een goed gesprek daarover voeren, is praktisch onmogelijk.'